In opdracht van BKNL heeft onderzoeksbureau Berenschot een evaluatie van de Richtlijn Kunstenaarshonoraria uitgevoerd. Lees hier het rapport en de vervolgstappen die wij nastreven.
In opdracht van BKNL heeft onderzoeksbureau Berenschot een evaluatie van de Richtlijn Kunstenaarshonoraria uitgevoerd. Lees hier het rapport en de vervolgstappen die wij nastreven.
De richtlijn kunstenaarshonoraria is sinds 2017 een uniek initiatief van de beeldende kunstsector om te komen tot fair practice en een ‘nieuw normaal’ in de professionele contractpraktijk tussen instellingen en kunstenaars. BKNL (Beeldende Kunst Nederland) heeft onlangs onderzoeksbureau Berenschot gevraagd een tweeledig onderzoek uit te voeren naar de werking van de Honorariumrichtlijn[1] en naar de Regeling Kunstenaarshonorarium[2].
Berenschot concludeert: de honorariumrichtlijn heeft zich in relatief korte tijd bewezen en wordt gezien als een nuttig instrument. Het ‘oude systeem’ waarbij kunstenaars vanzelfsprekend weinig of niet werden betaald, lijkt inmiddels een gepasseerd station. Hoewel de eenvoud van de richtlijn bij aanvang de kracht ervan werd genoemd, blijkt nu behoefte vanuit het veld deze meer te differentiëren. De rode draad in de verbeterpunten voor de richtlijn: er bestaat behoefte aan meer verfijning van de richtlijn. Zowel makers als instellingen hebben behoefte aan meer differentiatie tussen soorten kunstenaars, soorten kunstwerken en soorten situaties waarin het werk wordt getoond. Zo houdt de huidige richtlijn geen rekening met de omvang van een bijdrage (bijv. een grote of kleine zaal) en komen performancekunstenaars er veelal bekaaid van af.
Ook wordt uit dit onderzoek duidelijk hoe belangrijk het is voor de naleving van de Richtlijn dat deze gepaard gaat met de bijbehorende financiële compensatie. Tot nu toe kwam deze compensatie vanuit het Experimenteerreglement van het Mondriaan Fonds. Bijna alle geïnterviewden zijn van mening dat het volgen van de richtlijn moeilijk zal worden als deze financiële compensatie wegvalt.
Nu dit rapport er ligt, is het aan BKNL om zich te beraden op de ontwikkeling van de Richtlijn Kunstenaarshonoraria 2.0. De inbreng en inzet vanuit Platform BK zal zich concentreren op de volgende punten:
Zoals heel BKNL is Platform BK blij met de resultaten van het onderzoek maar benadrukt dat ook na 2021 extra budget beschikbaar moet komen om duurzame toepassing van de richtlijn te garanderen. Het Mondriaan Fonds ontving tot nu toe een jaarlijks bedrag van het ministerie van OCW waarmee kunstinstellingen kunstenaars naar behoren konden betalen voor tentoonstellingen. Na 2021 moeten alle kunstinstellingen zelf uit hun reguliere budgetten de honoraria betalen. Gezien de impact van de coronacrisis voor kunstinstellingen en voor kunstenaars is dat nu onverstandig. Het ligt meer voor de hand om de compensatieregeling af te bouwen als de financiële omstandigheden in de cultuursector meer zijn genormaliseerd.
Hierbij valt op te merken dat het rapport helder inzicht biedt in de negatieve gevolgen die het uitblijven van financiering zou hebben. Vooral kleinere instellingen worden dan voor het dilemma gesteld te snijden in de (vaak toch al minimale) personeelskosten of in hun programmering. Daarnaast zou er vaker gekozen kunnen worden voor tentoonstellingen van bestaand werk, i.p.v. (duurdere) tentoonstellingen van nieuw werk. Deze ontwikkelingen zouden de legitimiteit van kleine instellingen onder druk zetten, vitale nieuwe kunstproductie bemoeilijken, onderlinge solidariteit ondergraven en in algemene zin de ‘humuslaag’ van het kunstenveld negatief beïnvloeden.
[1]Achtergrond Richtlijn
De honorariumrichtlijn werd 1 januari 2017 gepresenteerd. De richtlijn is een handreiking aan zowel kunstenaars als instellingen en musea. Iedereen die werkzaam is binnen de beeldende kunst, als kunstenaar, instelling, opdrachtgever of als deelvertegenwoordiger van de sector, kan gebruik maken van het rekenmodel en de checklist die onderdeel uitmaken van de richtlijn. Met de richtlijn beoogde BKNL te komen tot een professionelere contract- en onderhandelingspraktijk bij tentoonstellingen zonder verkoopdoel. kunstenaarshonorarium.nl
[2]Achtergrond Regeling Kunstenaarshonorarium / Experimenteerreglement
Mondriaan Fonds riep in 2017 een tijdelijke regeling in het leven om de toepassing van de richtlijn gedurende vier jaar te bevorderen: het Experimenteerreglement Kunstenaarshonorarium, later regeling Kunstenaarshonorarium genoemd. Beeldende kunstinstellingen die de richtlijn toepassen kunnen op basis van de regeling voor honoraria aan kunstenaars een gedeeltelijke compensatie aanvragen. In 2017 en 2018 stelde de minister van OCW aan het fonds een bedrag van € 600.000 euro beschikbaar om instellingen te compenseren bij toepassing van de richtlijn. In 2019 en 2020 bedroeg dit jaarlijks € 690.000. In 2021 is een laatste bedrag voor kunstenaarshonoraria vrijgemaakt uit de corona-compensatiemiddelen.