A

Het einde van de broedplaats?

Op 3 november 2020 organiseerden we ‘Het einde van de broedplaats?’, een symposium over betaalbaarheid, duurzaamheid en zeggenschap in het Amsterdamse broedplaatsbeleid. Hier kun je het programma terugkijken en de krantenartikelen lezen die erover zijn geschreven.

27/11/2020




Aanleiding waren de aangekondigde bezuinigingen op broedplaatsen van een miljoen per jaar, die bovenop een al dit jaar ingegane bezuiniging van 8 ton per jaar komt. Dat zal betekenen dat veel van de huidige broedplaatsen verloren zullen gaan en er nauwelijks nieuwe bij zullen komen.

In Amsterdam, het zogenaamde ‘creatieve laboratorium’ van ons land, is afgelopen twee decennia druk geëxperimenteerd met tijdelijke contracten, instroom van jong talent, broedplaatsontwikkelaars en beheerders, en een dynamische (lees: krimpende) ‘IJzeren voorraad’. Hoewel het beleid zich richtte op doorstroom, raakt de stad steeds meer verstopt, doordat er steeds meer sociale woningen en betaalbare ateliers verdwijnen en de markt worden opgeduwd. Tel daar de aangekondigde bezuinigingen bovenop, en 20 jaar broedplaatsenbeleid dreigt definitief spaak te lopen.

De vraag daarom is: hoe kan het anders? Tijdens dit symposium bespraken we met gentrificatieonderzoekers, experts en huurders de problemen van het huidige broedplaatsbeleid en verzamelden we inzichten hoe het anders kan. Hierbij stonden de thema’s betaalbaarheid, duurzaamheid (in plaats van tijdelijkheid) en zeggenschap (van zowel huurders als van buurtgenoten) centraal.

Programma

Tijdens de avond spraken:

  • Raymond Walraven, de voorzitter van CAWA;
  • Onderzoeker Roel Griffioen over twintig jaar broedplaatsbeleid;
  • Kunstenaar Jos Daamen over huren bij WOW Amsterdam;
  • Cultuurwerkers May Heek en Rosa te Velde over huren bij Urban Resort;
  • Martin Kaffarnik, Arthur Kneepkens en Nina van Oort over hun initiatief Bajesdorp;
  • Angelo Bromet over zijn organisatie Prospect Eleven;
  • Cyril Stom, voorzitter van de Crealisatie Coöperatie;
  • Kunstenaar en onderzoeker Bart Stuart over Geen Stad Zonder Kunst;
  • Koen Bartijn, co-directeur van Platform BK, die namens de organisatie een introductie en conclusie gaf;
  • Lieneke Hulshof, de moderator van de avond.

 

Terugkijken

Je kunt het hele programma hieronder terugkijken. Als je ook de levendige discussie van wilt volgen, die de meer dan 100 bezoekers voerden in de chatroom, kun je het best via ons YouTube-kanaal kijken. Dit vind je hier.

 

In de krant

Naar aanleiding van ‘Het einde van de broedplaats?’ verschenen twee artikelen in Het Parool. Edo Dijksterhuis schreef een inhoudelijk verslag, dat een aanrader is voor wie liever een samenvatting leest dan het hele programma terugkijkt. In dezelfde krant verscheen ook een kritisch commentaar van Massih Hutak, die erop wees dat het symposium tekortschoot in diversiteit en de bespreking van binding tussen broedplaats en buurt.

Bovendien schreven we zelf een opiniestuk een opiniestuk, dat op 18 november geplaatst werd in Het Parool. De tekst hiervan luidt:

‘Als broedplaatsen verdwijnen, verdwijnt de kunstenaar uit de stad’

Met de bezuinigingen op broedplaatsen overleven vooral de kapitaalkrachtige cultureel ondernemers. Is dit wel de bedoeling, vragen Platform Beeldende Kunst en Kunstenbond zich af.

Er gaat flink bezuinigd worden op het broedplaatsenbeleid. Deze weken komen de raadsleden in een aantal raads- en commissievergaderingen bij elkaar om de invulling van de bezuinigingen definitief te maken.

Hoewel het broedplaatsenbeleid een van de speerpunten was van dit college, werd vorig jaar al stilletjes besloten het budget van 3,5 miljoen euro met 800.000 euro te korten. Nu komt daar hoogstwaarschijnlijk nog eens een miljoen euro aan structurele bezuinigingen bovenop.

Of een nieuw college over twee jaar verder wil met broedplaatsen, valt nog te bezien. Wat wel vaststaat, is dat er broedplaatsen verloren gaan. De meeste van de zestig Amsterdamse broedplaatsen zijn namelijk maar tijdelijk gehuisvest in panden van de gemeente. Komende twee jaar sluit ongeveer een kwart daarvan zijn deuren. Na deze bezuinigingen ontbreekt het geld om verder te ‘ontwikkelen’ en nieuwe plekken voor kunstenaars te realiseren. Zo loopt twintig jaar broedplaatsbeleid op basis van tijdelijkheid en uitdijende gentrificatie op zijn einde.

Heldere visie ontbreekt

Wellicht is het beleid onhoudbaar geworden, omdat niemand precies weet waarvoor broedplaatsen bestaan. Politici en ontwikkelaars jongleren al jaren met een diffuse verzameling ‘toegevoegde waarden’. Broedplaatsen zijn betaalbare woon- en werkruimtes voor een economisch precaire groep, die bovendien de sociale binding van de stad schijnen te bevorderen. Maar het zijn ook ‘hubs’ van economische innovatie en motoren van gebiedsontwikkeling. Tot slot wordt ook de intrinsieke waarde van de kunst en cultuur soms genoemd als bestaans­reden. Zo zijn er passende argumenten voor iedere discussie, maar ontbreekt een heldere visie.

Dat gebrek aan visie valt ook af te lezen aan de aanpak van broedplaatsbeheerders, de partijen die het vastgoed van de gemeente huren en weer doorverhuren aan kunstenaars. Zij zijn enthousiast begonnen naast kunstenaars en creatieven nieuwe groepen huurders aan te trekken: start-ups, cultureel ondernemers, innovatieaanjagers. Op alles valt tegenwoordig wel het stempel ‘creatief’ te drukken.

Deze zoektocht naar meer kapitaalkrachtige huurders is in de huidige crisis begrijpelijk. Hoe kunnen de beheerders de broedplaatsen anders overeind houden? Maar het roept wel de vraag op: voor wie is dit gemeentelijk vastgoed bedoeld?

Dan is er nog het eeuwige doorschuiven. Het is in de loop der jaren de norm geworden dat kunstenaars en creatieven elke paar jaar verkassen naar een nieuwe ‘ontwikkelbuurt’. Zo trekt dezelfde groep overwegend jonge, soms internationale, meestal witte en hoogopgeleide creatieven van buurt naar buurt. Deze scheve representatie en tijdelijkheid maken duurzame binding tussen buurt en broedplaats bijna onmogelijk. Eerder kon dit doorschuiven nog worden gerechtvaardigd onder het mom van ‘doorstroming’ en ‘kansen creëren voor jong talent’, maar ook dit argument sneuvelt in de bezuinigingen.

Stad zonder kunst

Gelukkig zijn vermarkting en stedelijke expansiedrift geen natuurwetten. De Amsterdamse gemeenteraad, die haar vastgoed een tijdje aan beheerders verhuurt en daarna verkoopt, kan zich afvragen of dat is waar broedplaatsen voor bedoeld zijn. Want als het zo doorgaat, blijven er geen kunstenaars of culturele, sociaal-maatschappelijke organisaties over in de stad. Alleen fabrieken van creatief ondernemerschap zonder binding met de buurt zullen hun eigen broek kunnen ophouden.

Dat kan natuurlijk, een stad zonder kunst. Een stad waar geen oog is voor sociale binding, betaalbare woon- en werkruimte of een goede afspiegeling van de buurt in gemeentelijk vastgoed. Een stad waar de creativiteit en de verbeelding tot puur economisch nut worden gereduceerd. Het kneiterlinkse college is het dan wel aan haar stad verschuldigd deze politieke keuze hardop uit te spreken.

Namens Platform BK en Kunstenbond,
Koen Bartijn
Peter van den Bunder
Sepp Eckenhaussen
Rosa te Velde

Credits

Organisatie: Platform BK, Kunstenbond, de Commissie Kunst & Cultuur van GroenLinks Amsterdam en broedplaatshuurders

Moderatie: Lieneke Hulshof

Illustratie: Eva van Aalst

Technische ondersteuning: Marco Wessel




Over Koen Bartijn

Koen Bartijn (1992) is een dramaturg, onderzoeker, en initiatiefnemer in zowel de podiumkunsten als de beeldende kunsten. Koen is de oprichter van kunstencollectief Antidote, waarmee hij festivals organiseert en peformances maakt. Daarnaast is hij co-directeur van Platform Beeldende Kunst.


GERELATEERDE ITEMS