Naar aanleiding van de open brieven vanuit de culturele sector en het daaropvolgende overleg waar ook PBK deel van uitmaakte, heeft de minister goed geluisterd naar de kritiek uit het veld. In haar brief (d.d. 23 okt) naar de kamer heeft ze een aantal belangrijke aanpassingen aangekondigd in haar aanpak van talentontwikkeling in de culturele sector.
Voor de beeldende kunstsector betekent dit onder meer een verruiming van de Werkbijdrage Jong Talent (vroeger startstipendium) en van de meester-gezelregeling. Belangrijk is ook dat het geld dat gereserveerd was voor coaching nu wordt ingezet in overleg met de sector.
Deze ontwikkeling benadrukt nog maar eens het nut en de noodzaak van de culturele sector om zich te organiseren en een goede vertegenwoordiging te hebben. De volgende stap is de nieuwe cultuurnota (2017-2020). We hebben er goede hoop op dat de minister ook dan naar de sector zal gaan luisteren, maar gaan nergens vanuit. Een ding is zeker: met hoe meer we zijn, hoe meer invloed we kunnen uitoefenen.