R

Verslag plagiaat in de kunsten

Het journalistieke verslag van de debatavond Plagiaat in de kunsten, door Mariette Huisjes.

21/02/2015




Op 20 januari veroordeelde de Rechtbank van Eerste Aanleg in Antwerpen kunstenaar Luc Tuymans van plagiaat en joeg daarmee de Vlaamse en Nederlandse kunstwereld in de gordijnen. Een kunstenaarspetitie spreekt van het ‘criminaliseren van de kunstpraktijk’. Als Tuymans geen foto had mogen naschilderen, mogen andere kunstenaars dan evenmin putten uit bestaand materiaal? Moet Marlène Dumas, die naar eigen zeggen te werk gaat ‘als een ekster’, van de muur worden gehaald? Voor de Akademie van Kunsten was de commotie aanleiding om in samenwerking met het Platform Beeldende Kunst een debat te organiseren.

Video-opname van het debat

De zaak-Tuymans
Luc Tuymans, vooraanstaand Vlaams kunstenaar, baseert zijn schilderij A Belgian Portrait op een foto die de jonge fotografe Katrijn van Giel heeft gemaakt van de libertaire Vlaamse politicus Jean-Marie Dedecker. Nagenoeg dezelfde opmerkelijke uitsnede, dezelfde focus op het parelende zweet op diens voorhoofd, maar een ander medium en een andere context. Hij vraagt haar geen toestemming. De zaak escaleert en komt voor de rechter. Tuymans advocaat claimt dat het schilderij een parodie is op de oorspronkelijke foto; voor parodiëring maakt het auteursrecht een uitzondering. Maar de rechter wijst dat af en ziet in het schilderij ‘niet meer en niet minder dan een overname van een persfoto, zonder toestemming nageschilderd.’ Tuymans mag zijn portret niet langer tentoonstellen, op straffe van een dwangsom van 500.000 euro. Tuymans gaat in hoger beroep.
‘Die blik is van mij’

Barbara Visser, beeldend kunstenaar en voorzitter van de Akademie van Kunsten, vertelt tijdens haar openingswoord op de debatavond dat ze geschrokken is van het vonnis. Ook zij gebruikt in haar werk vaak beelden uit de visuele cultuur, die ze ziet als een soort publieke ruimte. Ze is in verwarring, want ze onderkent dat auteursrecht haar aan de ene kant dwars zit, maar aan de andere kant ook beschermt. Visser draagt voorbeelden aan waaruit blijkt dat de zaak-Van Giel versus Tuymans niet op zichzelf staat. Rond de staatsieportretten van koning Willem-Alexander ontstond een jaar geleden in Nederland eveneens getouwtrek. Kunstenares Iris van Dongen gebruikte een foto van Koos Breukel als basis voor een winnende schetsontwerp voor een in opdracht te schilderen staatsieportret van de koning. Ze maakte er in interviews geen geheim van dat ze de foto van Breukel had gebruikt, maar vroeg hem niet om toestemming. Breukel is boos en spreekt van ‘gesubsidieerd plagiaat’. Een foto die Rineke Dijkstra ooit van Willem-Alexander maakte was de basis voor een ander schetsontwerp. In dit geval was er wel contact vooraf en Dijkstra is niet boos. Maar ze heeft wel haar bedenkingen. ‘Jullie kunstenaars zijn vrij in wat je afbeeldt, wij fotografen zitten vast aan de werkelijkheid’, schijnt Dijkstra gezegd te hebben. En over de gelaatsuitdrukking van de koning die zij in haar lens gevangen had: ‘Die blik is van mij’.

Kwade trouw?
Feer Verkade, advocaat-generaal in buitengewone dienst bij de Hoge Raad, zorgt voor de nodige juridische nuance. Hij maakt onderscheid tussen een simpele inbreuk op het auteursrecht en plagiaat. Het eerste is een zuiver juridische categorie, het tweede ook een morele. De plagieerder is te kwader trouw, want hij pronkt met andermans veren. Hij presenteert iets als eigen origineel werk terwijl het dat niet is. Strikt genomen heeft Tuymans wel het auteursrecht geschonden, maar geen plagiaat gepleegd volgens Verkade. Hij ontkende immers niet dat hij zich voor zijn schilderij liet inspireren door de foto van Van Giel. Verkade merkt op dat het auteursrecht alleen van toepassing is op originele scheppingen, niet op alles wat als gemeengoed kan worden beschouwd, zoals bijvoorbeeld een stijl. De grens tussen origineel en gemeengoed is niet altijd duidelijk.

Gegokt en verloren
Kunstenaar Arnoud Holleman vertelt hoe hij zelf – te goeder trouw – zijn neus aan het auteursrecht heeft gestoten. Holleman hermonteerde eind jaren negentig een pornofilm van de Franse regisseur Jean-Daniel Cadinot en maakte er een zelfstandig kunstwerk van. Toen een museum zijn film wilde kopen en er dus geld in het geding was, besefte Holleman dat er een grens werd overschreden en raadpleegde hij een advocaat. Er zijn twee opties, gaf zijn advocaat aan. Je regelt het, of je regelt het niet. Holleman besluit het spel netjes te spelen. Hij stuurt de band met zijn montage op naar Cadinot en biedt deze zelfs een deel van de verkoopprijs. De reactie is teleurstellend. Onder geen beding stemt Cadinot in met de hermontage. ‘My work is not Campbell Soup and Monsieur Holleman is certainly not Andy Warhol.’ Holleman heeft gegokt en verloren. Binnen het auteursrecht heeft hij na Cadinots weigering geen poot meer om op te staan. Uiteindelijk maakt hij, jaren later, een re-enactment van zijn Cadinot-montage: met nieuwe acteurs op een nieuwe locatie (tot 21 juni 2015 te zien in het Frans Hals Museum).

Postmodern
Het Europese auteursrecht is verouderd, is Hollemans conclusie. Het beschermt te eenzijdig de beeldproducenten, en laat onvoldoende ruimte voor uitwisseling en overdracht zoals die in de hedendaagse kunst eerder regel dan uitzondering zijn. In een artikel in De Groene haalt Hollemans de Franse filosoof Roland Barthes aan, die al in 1967 het begrip auteur als een mythische constructie zei te ontmaskeren en daarmee een van de boegbeelden van het postmodernisme werd. ‘Het idee van een autonome schepping gaat in tegen de grillige werking van teksten en beelden. Alles wat gemaakt wordt, is een reactie op iets voorgaands en preludeert op een volgende vertaling’, aldus Hollemans.

Imitatio et emulatio
Ann Demeester, directeur van het Frans Hals Museum en bevriend met Tuymans, schaart zich in hetzelfde kamp. Door Van Giel volledig te negeren heeft hij gezondigd tegen de regels der wellevendheid, stelt Demeester. Maar ‘filosofisch’ is ze het met hem eens. Een schilderij kan nooit een kopie zijn van een foto. De expressie en communicatieve waarde verschillen radicaal. De foto van Van Giel is slechts gemaakt ter illustratie van het nieuws. Het schilderij van Tuymans is ontstaan ‘vanuit het denken van de kunstenaar’. Demeester stipt aan dat zelfs lang voor Roland Barthes het auteurschap afschafte imitatio en emulatio in de kunstgeschiedenis heel gewoon waren. Gaan we al die kunst dan met terugwerkende kracht verbieden?

Commissie
Bernt Hugenholtz, hoogleraar auteursrecht, gaat recht op zijn doel af en brengt scherpte in het soms wat oververhitte debat. In Nederland zouden negen van de tien rechters hetzelfde hebben beslist als de Antwerpse rechtbank, schat hij in. Wat overigens niets zegt over de kwaliteit van Tuymans’ kunstwerk. Dat de kunstenaar ook in Nederland zou zijn veroordeeld laat onverlet dat het auteursrecht zoals dat nu gangbaar is, inderdaad is verouderd, vindt ook Hugenholtz. Er is behoefte aan meer ruimte voor wat hij oneerbiedig ‘artistiek knip- en plakwerk’ noemt. Maar voordat we het auteursrecht kunnen aanpassen, is er eerst consensus nodig over de richting waarin. Hugenholtz suggereert dat hier misschien een schone taak ligt voor de Akademie van Kunsten. Hij stelt voor een commissie op te richten. Dat idee vindt veel bijval. In de loop van de avond steken talrijke vrijwilligers uit kunst en advocatuur hun vinger op – ze willen graag in de commissie.

Gedragscode
Ter inspiratie kan de Nederlandse commissie naar de oosterburen kijken. In Duitsland heeft het Bundesgerechtshof het auteursrecht al vrijer geïnterpreteerd. Leidend in de jurisprudentie is daar het begrip van de ‘innerlijke afstand’. Als een kunstenaar een beeld hergebruikt en daar een nieuwe betekenis aan toekent, maakt de hergebruiker geen inbreuk op het auteursrecht. Volgens die interpretatie was Tuymans wellicht vrijuit gegaan. Een andere inspiratiebron kan de Code of best practices in fair use for the visual arts zijn, waarin de Amerikaanse kunstwereld zelf regels voor verantwoord hergebruik heeft geformuleerd. ‘Een stuk met veel gezag, een richtsnoer voor de branche en hopelijk ook een leidraad voor de rechter’, volgens Hugenoltz. Dit soort codificatie ziet hij als een belangrijke stap in de richting van een meer flexibel auteursrecht. Waarmee hij de bal weer netjes teruglegt in het speelveld van de kunstenaars.

Kloof
Of een hergebruiker de oorspronkelijke maker economisch benadeelt is één pijler onder het auteursrecht, een andere pijler is het recht op erkenning van de oorspronkelijke maker. Die psychologische factor blijkt in de praktijk minstens zo belangrijk, stelt het panel van deskundigen. Tijdens de discussie valt op dat er op dit punt een kloof gaapt tussen wat juristen, fotografen en anderen chic vinden – het ruiterlijk benoemen en erkennen van je bron – en wat men in de kunstenaar werkbaar acht – geen beginnen aan –. ‘De wereld is onze inspiratiebron’, zegt kunstenares Barbara Visser. ‘Daarin is bijna alles ontworpen. Het is ondoenlijk om overal een bordje op te hangen.’ Museumdirecteur Ann Demeester meent dat Luc Tuymans een beerput zou openhalen als hij voor zijn volledige oeuvre alsnog zijn bronnen moet benoemen. Waarop jurist Feer Verkade fijntjes opmerkt dat hij dat eerder als ‘achterstallig huiswerk’ ziet.

Afschaffen?
Moet het auteursrecht op kunstwerken dan maar helemaal worden afgeschaft? Dat nu ook weer niet, vindt de zaal. Er veranderen dingen, in de kunst en in het mediagebruik. Dat moet gevolgen hebben voor de normen die in de kunstwereld gelden. Maar het enkele feit dat het in onze digitale wereld zo gemakkelijk is om beelden te vinden en te bewerken wil niet zeggen dat het ook mag of moet mogen. Het auteursrecht is er primair om de rechten van kunstenaars als zelfstandige beroepsgroep te beschermen. Kunstenaar Arnoud Holleman raakte hiervan doordrongen toen zijn advocaat hem confronteerde met de vraag: hoe zou jij het vinden als jouw werk ongevraagd werd gebruikt? ‘Mijn eerste impuls is om het werk te beschermen, net zoals Cadinot deed,’ zegt hij eerlijk. ‘Vanuit het omgedraaide perspectief zie je het nut weer van auteursrecht. Zonder is de beeldcultuur nog een veel grotere soepzooi dan ze nu al is, omdat elk beeld en elk icoon vogelvrij zou zijn.’ Het gaat er dus om het auteursrecht te moderniseren en te preciseren, niet om het af te schaffen. Luc Tuymans heeft er met zijn A Belgian portrait in elk geval voor gezorgd dat daar nu serieus werk van zal worden gemaakt.

 

-Verslag van het debat op Kunstbeeld.nl
-Verslag van het debat door Egbert Dommering. Egbert Dommering schrijft op zijn blog www.egbertdommering.nl over het debat dat Platform BK samen met de KNAW publiceerde over Tuymans affaire. Dat de Belgische rechter vond dat het hier om plagiaat ging vind hij terecht, maar zijn misschien zijn er ook andere oplossingen. Lees verder zijn blog.




Over Mariette Huisjes




GERELATEERDE ITEMS