F

Eerlijk honorarium is politieke keuze

In reactie op de recente berichten over de inkomenspositie van kunstenaars in de landelijke dagbladen, stelt Platform BK dat het wel of niet fatsoenlijk betalen van kunstenaars niet is gekoppeld aan economische of natuurlijke krachten, maar een politieke keuze is. Zoals ook de huidige zorgwekkende situatie van kunstenaars het resultaat is van politieke keuzes.

03/07/2018




Henny de Lange stelt in haar analyse in dagblad Trouw [1] dat er een keerzijde is aan eerlijke betalingen voor kunstenaars. Culturele instellingen zouden ontoereikende budgetten hebben om jonge talenten een plek met eerlijke arbeidsvoorwaarden te bieden. Naast dat dit een valse tegenstelling is tussen verschillende generaties kunstenaars – het geldt voor alle kunstenaars, jong of oud – stelt Platform BK dat deze keerzijde niet hoeft te bestaan.

Voor een goede politieke afweging, die de minister van Engelshoven zal gaan moeten maken, is het belangrijk om de huidige beloningskwestie in een grotere geheel te zien. De recente historische context met een aantal feiten is niet alleen verhelderend, deze kan ook ontnuchterend werken. De cultuurbezuinigingen van in totaal €524 miljoen door de rijksoverheid, provincies en gemeentes hadden vanaf 2010 grote gevolgen voor de culturele sector. In vijf jaar tijd daalde het aantal banen in de sector van 163.000 naar 140.000 en is het aantal zelfstandigen in de sector met 20,4 % sterk gegroeid. Specifiek voor de beeldende kunst betekende de cultuurbezuinigingen dat meer dan 50 musea en presentatie-instellingen hun deuren moesten sluiten, en dat er na een periode van 76 (!) jaar een einde is gekomen aan inkomensondersteuning voor kunstenaars door het Ministerie van Sociale Zaken (van Voorzieningsfonds tot WWIK). Deze politieke keuzes hebben de positie van de beeldende kunstenaars in Nederland ernstig aangetast, en hebben een sterke afname van het aantal professioneel beeldend kunstenaars in Nederland tot gevolg gehad: van 19.000 in 2012 naar 14.000 in 2016.[2]

Met deze feiten op tafel stelt Platform BK daarnaast dat het cultuurbeleid van de afgelopen jaren cultuurinstellingen tot uitbuiting dwingt. Want de verschillende overheden hebben dezelfde of nog hogere prestatieafspraken met cultuurinstellingen gemaakt in vergelijking met de afspraken van voor de bezuinigingen. Niet alleen moest het culturele programma gedraaid, de publiekscijfers en eigen inkomsten moesten ook nog omhoog. Dit heeft er voor gezorgd dat de rekening van de cultuurbezuinigingen is neergelegd bij kunstenaars, zzp-ers, stagiairs en vrijwilligers. En zij zijn al extra kwetsbaar, aangezien zij allen zonder minimale sociale zekerheid deel uitmaken van de beroepsbevolking. De economie van onzekerheid, burn-out en verborgen armoede die dit met zich mee brengt is een maatschappelijk probleem en een onhoudbare situatie waar verandering in moet komen.

Eerlijke betalingen voor kunstenaars zou een einde kunnen maken aan een deel van deze problemen. En in plaats van de angst dat het ons cultuuraanbod aantast, is de overtuiging dat de kwaliteit ervan omhoog zal gaan reëler. Tenslotte kunnen kunstenaars meer tijd aan hun praktijk besteden als ze niet drie bijbaantjes ernaast moeten hebben om een boterham te verdienen. Wat dat betreft is het goed om naar de positieve resultaten van de richtlijn voor kunstenaarshonoraria te kijken. Meer dan honderd musea en presentatie-instellingen onderschrijven deze richtlijn die er in een jaar tijd voor heeft gezorgd dat dubbel zo veel kunstenaars een eerlijke vergoeding ontvangen. Bovendien blijkt uit de sectorbrede steun voor de ontwikkeling van de Fair Practice Code dat de hele culturele sector naar eerlijke praktijken wil, maar daar dan ook graag beloond voor wil worden. Deze kabinetsperiode heeft minister van Engelshoven een ruimer cultuurbudget dan voorgaande periodes. Daarom heeft ze eigenlijk geen andere keuze dan matchingsgeld beschikbaar te stellen nu ze voor eerlijke lonen pleit, zodat cultuurinstellingen kunstenaars loon naar werken kunnen geven.

[1] Hoger loon kan kunstenaars ook van de wal in de sloot helpen, Henny de Lange, 21 juni 2018
[2] Collectieve Selfie 2, Een beter zicht op Beeldende Kunst, p. 7




Over Joram Kraaijeveld

Joram Kraaijeveld is producent, curator, docent en schrijver en zet zich als zodanig in voor de positie van de kunstenaar en de waarde van de kunsten voor de samenleving. Hij werkt aan actieve vormen van solidariteit binnen en buiten de kunsten. Hij was betrokken bij de ontwikkeling van de Arbeidsmarktagenda voor de Culturele en Creatieve Sector 2021-2024, de richtlijn kunstenaarshonoraria en de Fair Practice Code. Namens Platform BK schreef hij samen met Bart Stuart het onderzoeksrapport ‘Geen Stad Zonder Kunst’ over verschillende vormen van beheer van atelierpanden in Nederland. Joram doceert kunsttheorie aan de Gerrit Rietveld Academie, waar hij ook voorzitter is van de Redactieraad voor Intercurriculaire Programma's. Hij werkte als curator voor onder meer SMBA, Van Abbemuseum, De Brakke Grond & Museum Dr. Guislain, Schloss Ringenberg, Metropolis M & Stedelijk Museum Amsterdam. Zijn artikelen zijn gepubliceerd in o.a. Metropolis M, Boekman en Kunstlicht. Hij is voorzitter van vereniging Platform BK, commissielid van de CAWA en lid van wooncoöperatie Het Nieuwe Bajesdorp.


GERELATEERDE ITEMS