De zaal vulde zich beetje bij beetje met alle kunstenaars, bemiddelaars en partijen die aan de basis staan van de Gelderse kunstsector, onder wie Mirjam Westen (Museum Arnhem), Jeroen Glas (Code Rood), Marie van Leeuwen (ArtEZ), Suze May Sho, Rob Groot Zevert (Studio Omstand), July Ligtenberg (Plaatsmaken), Jan-Wieger van den Berg (Expoplu/Besiendershuis/Museum Falkhof), SLAK Ateliers en vele anderen. De discussiebijeenkomst was georganiseerd vanuit de provincie Gelderland, met als doel inzicht te krijgen in de behoeftes van de kunstenaars in hun midcareer in Gelderland. De provincie wil aan de hand van deze behoeftes het nieuwe beleidsprogramma Cultuur en Erfgoed 2017-2020, zo ver mogelijk, afstellen.
De ochtend startte met het in groepjes verzamelen van informatie, met als hoofdvraag: ‘wat zijn de behoeftes van kunstenaars in hun midcareer?’ Vanwege hoge vaste lasten (kinderen, auto of huis) ligt er voor midcareer kunstenaars gemiddeld grote noodzaak bij stabiliteit m.b.t. woon- en werkruimte. Daarnaast bleken de behoeftes van midcareer kunstenaars nagenoeg gelijk aan die van startende kunstenaars. Er werd daarom tijdens de bijeenkomst veel gesproken over de kunstenaar in het algemeen.
Onder de bevindingen van de werkgroepen was er grote eensgezindheid ten opzichte van de behoeftes van de kunstenaar. Een greep uit de genoemde behoeftes: betaalbare woon- en werkruimte, faciliteiten voor productie, ‘goed’ opdrachtgeverschap, presentatieruimte en honorering, interactie en dialoog met andere professionals (peer-to-peer), het opnieuw instellen van een kunstcommissie in Arnhem, en tot slot werd waardering vaak genoemd. Aan de hand van deze resultaten werd het tweede deel van de bijeenkomst ingericht in drie onderdelen: faciliteiten, professionalisering en waardering & zichtbaarheid. Binnen de drie werkgroepen werden de volgende vragen gesteld: wat is de rol van de kunstenaar? Wat is de rol van instellingen/initiatieven? En, wat is de rol van de overheid (gemeente/provincie)?
Faciliteiten
Onder de behoeftes van kunstenaars werd duidelijk gepleit voor goede woon- en werkruimtes en voorzieningen. Hierin was een centrale rol voor SLAK ateliers weggelegd. SLAK is momenteel de enige leegstandorganisatie in Nijmegen, en wil dit ook in Arnhem worden. Ook wil SLAK meer permanente ruimtes in beheer nemen. Daarnaast gaf een aantal kunstenaars aan dat zij op de academie (ArtEZ) beschikking hadden tot veel middelen en kennis (hout- metaal- grafiek- fotografie- en keramiek werkplaatsen). Na het verlaten van de academie valt dit weg, en dat is een groot gemis. Marie van Leeuwen, die namens ArtEZ aanwezig was, reageerde hier positief op, en staat open voor dialoog. Hopelijk vindt hier spoedig een gesprek over plaats.
Professionalisering
Een terugkerend onderwerp binnen de bijeenkomst was de professionalisering van de kunstenaar. Hieronder kan men de honorering van de kunstenaar en betalingsrichtlijnen vatten.
Veel aanwezigen bevestigden de conclusies die getrokken worden in het rapport van BKNL, bijvoorbeeld dat er nauwelijks afspraken worden gemaakt tussen kunstenaars en organisaties m.b.t. de betaling van de kunstenaar of de behoefte vanuit de sector aan richtlijnen. Een scherpe opmerking van een aanwezige legde direct het probleem bloot: veel kunstenaars die aan de bijeenkomst deelnamen, waren er op vrijwillige basis. Daarentegen werden personen vanuit instellingen, organisaties of overheid betaald voor hun aanwezigheid.
De conclusies over de rol van de kunstenaar, initiatieven/instellingen en overheid binnen dit onderdeel, kwamen sterk overeen met de bevindingen uit ons recente debat: Wie betaalt de kunstenaar? De rol, over beter gezegd verantwoordelijkheid, ligt bij alle partijen. Kunstenaars moeten harder optreden en duidelijk maken dat zij niet voor niks werken. Curatoren moeten ervoor zorgen dat er een eerlijk budget is voor de betaling van de kunstenaar. Instellingen moeten honoraria als een vast onderdeel opnemen in hun begroting en fondsen en overheid moeten ervoor zorgen dat er sterke controle komt op hoe subsidies worden verdeeld en hoeveel van het aangevraagde bedrag er bij de kunstenaar terecht komt. Uit de werkgroep kwam helder naar voren dat er behoefte is aan duidelijke regelgeving en richtlijnen voor betaling, waaraan de kunstenaar kan refereren wanneer hij/zij een onbetaald aanbod krijgt, waarmee de kunstenaar dus sterker in de schoenen staat.
Waardering en zichtbaarheid
Uit elke werkgroep tijdens het eerste onderdeel van de dag kwam helder naar voren dat de kunstenaars behoefte hebben aan meer waardering. Dit alles hangt samen met de bezuinigingen van Rutte 1, het huidige politieke klimaat en de positie die kunst momenteel heeft in de maatschappij. Voor veel van de aanwezige kunstenaars was het afnemen van waardering of respect voor de kunst een problematische en confronterende ontwikkeling.
Een van de participanten opperde dat deze problematiek bij de wortel aangepakt moet worden: kunsteducatie. Door minder betrokkenheid en educatie in de kunsten zullen er toekomstige generaties opgroeien die nog minder belang hebben voor kunst.
Een ander belangrijk punt is het vertrouwen vanuit de overheid jegens de kunstsector. Doordat kunstenaars, initiatieven en instellingen zich continu moeten verantwoorden over waarom het van waarde is wat zij doen, voelt dit alsof er weinig vertrouwen is vanuit de overheid. Een oplossing hiervoor zou kunnen zijn dat initiatieven of instellingen niet beoordeeld worden aan de hand van publiekscijfers, maar dat er vertrouwen is in dat wat er wordt gecreëerd van waarde is.
Daarnaast werd er geopperd om speciaal voor de midcareer een kunstprijs in het leven te roepen. Omdat er veel prijzen zijn voor de startende kunstenaars zou een prijs voor kunstenaars in hun midcareer een symbool van waardering kunnen zijn. Deze prijs hoefde overigens niet per definitie geld te zijn, het kan bijvoorbeeld ook een residency zijn.
Tot slot
Over het algemeen was de bijeenkomst waardevol van aard. Het aantal aanwezigen toonde aan dat er een grote betrokkenheid is bij het beleid van de Provincie. De bijeenkomst zorgde ook voor dialoog, die hopelijk leidt tot nieuwe samenwerkingen en mogelijkheden (bijvoorbeeld tussen de kunstenaars en ArtEZ). Daarentegen ondervond ik wel dat veel kunstenaars twijfels hadden bij de uitkomsten van de bijeenkomst. Tenminste, dat er een scepsis was in hoeverre de provincie iets met de verworven informatie gaat doen. Naar mijn optiek liggen er vele kansen voor de ‘rijkste provincie van Nederland’ om zich te onderscheiden in hun culturele beleid, want er is ruimte, er is talent en er is ambitie. Ik hoop dat de provincie hier oog voor heeft en deze kansen gaat benutten in hun nieuwe beleid.