“Wie zijn het die de ‘slechte’ wijken in worden gestuurd om voor een verbetering van de leefbaarheid te zorgen en economische groei aan te jagen?”
Wat Klamer, het NRC en NRC Next over het hoofd zien, is dat de kunstenaar en de kunstsector wel degelijk het gesprek proberen te voeren, maar dat er weinig aandacht voor is binnen de reguliere media. Er wordt al jarenlang in de sector zelf gesproken over vernieuwing en publieksbereik. Al bijna 10 jaar geleden initieerde het Fonds BKVB de discussie over kunstsubsidies en de maatschappelijke relevantie van kunst met ‘Second Opinion’. Dat krijgt op het moment opnieuw vervolg in het beleid van het Mondriaan Fonds waarvan ‘zichtbaarheid, samenwerking en opdrachtgeverschap’ de nieuwe peilers zijn. En wat te denken van de discussie over maatschappelijke thema’s zoals die wordt aangejaagd door kunstenaars als Jonas Staal of Tinkebell? Of hoe Artists in Occupy Amsterdam een belangrijke rol speelden in de Occupy beweging. De schoonmakersactie ‘Schoon genoeg’ is een ander krachtig voorbeeld van nieuwe vormen van samenwerking in dit geval tussen vakbonden en kunstenaars. En wie zijn het die de ‘slechte’ wijken in worden gestuurd om voor een verbetering van de leefbaarheid te zorgen en economische groei aan te jagen? Het zijn steeds opnieuw kunstenaars die worden verondersteld zich niet alleen te verhouden tot maatschappelijke problemen maar ook een bijdrage aan de oplossing ervan te leveren. Denk aan de (overigens zelf-geïnitieerde) projecten van Jeanne van Heeswijk in de Rotterdamse Afrikaanderwijk of Fatform in de Amsterdamse Bijlmer. De kunstenaar interveniert met overtuiging in de samenleving en doet dat volgens Steven ten Thije, curator van het Van Abbemuseum in Eindhoven, in grotere getale dan ooit tevoren!
Sinds een jaar bestaat Platform Beeldende Kunst, een organisatie van kunstenaars en geestverwanten die zich inzet om vanuit de eigen positie een bijdrage te leveren aan ‘het gesprek’ met de media en politiek. Sterker nog, we hebben een ‘reponsteam’ dat met regelmaat reacties en essays schrijft – gebaseerd op feiten en een reëel beeld van de huidige kunstenaarspraktijk – om zich met heldere argumenten in het debat mengen. De stukken worden geschreven en ingezonden aan de media om ze te plaatsen.
Dat Arjo Klamer beweert dat de kunstwereld niet meedoet in het gesprek is onjuist. Wat hij lijkt te bedoelen als hij het over dat gesprek heeft, is dat de kunstwereld naar hem moet luisteren. Zo viel de respons op zijn boek Pak aan hem tegen. Maar hoe kan het ook anders, als de ‘oplossingen’ die geboden worden steeds uit de koker van de marketingstrategie komen: betrek het publiek met facebookacties, betere branding of biedt jezelf aan ter adoptie door een bedrijf. Vanuit het gezichtspunt van een econoom een begrijpelijke redenatie, maar het roept de vraag op waarom steeds opnieuw aan Klamer podium wordt geboden als expert in de media. Waarom niet eens een onderzoeker als Gerard Marlett die ook andere aspecten belicht, of nog beter iemand uit de kunstwereld zelf? De waarde van kunst is niet uitsluitend monetair uit te drukken, en het blijven herhalen van vrij vage uitkomsten van een eenzijdig gericht onderzoek doet het gesprek geen goed.
“Er is behoefte aan daadwerkelijke nieuwe ideeën en heldere uitspraken over de positie en de rol van de kunstenaar in de samenleving.”
Wie nieuw leven wil blazen in de verstandhouding tussen de cultuursector en het publiek, de politiek en de media – met excuus voor de generalisering – doet er goed aan om te erkennen dat kunst geen doorsneeproduct is, dat de kunstwereld daarmee een eigen realiteit kent en bovendien waarden vertegenwoordigt die niet uitsluitend materieel uit te drukken zijn. Nieuwe variaties op het oude marketing-denken; oude en nieuwe ideeën die er uitsluitend op zijn gericht om het product aan de man te brengen, zijn belangrijk maar niet afdoende. Er is behoefte aan daadwerkelijke nieuwe ideeën en heldere uitspraken over de positie en de rol van de kunstenaar in de samenleving. En die komen in het beste geval voort uit inzicht in de aard en waarde van de kunsten(sector) zelf. Op basis van dat inzicht en feitelijk onderzoek naar zowel economische als immateriële waarde kan ‘het gesprek’ in de toekomst met overtuiging en passie gevoerd worden.
Mariska van den Berg & Rune Peitersen
Over Mariska van den Berg
Mariska van den Berg (1964) is kunsthistoricus en werkzaam als onderzoeker, redacteur en docent. Daarnaast is zij medeoprichter en voorzitter van Platform Beeldende Kunst. Op het moment werkt Mariska aan een publicatie op basis van haar onderzoek kleinschalige culturele initiatieven die ingrijpen in de stedelijke ontwikkeling.